Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide de Engel des HEEREN tot hem: Waarom hebt gij uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie, Ik ben uitgegaan [u] tot een tegenpartij, [29]dewijl [30]deze weg [31]van Mij afwijkt. 29. Dat is, want gij gaat den weg niet in, dien ik wil dat gij zult ingaan. 30. Te weten, dien gij voor hebt. 31. Hebreeuws, tegenover mij; dat is, onder mijn ogen, in mijn tegenwoordigheid.